mindful kind = kindful mind
Anoek van den Broek, december 2012
Er was eens een meisje. Ze had donkere, ontembare krullen en een vrolijke lach. Als ze lachte, lachte de wereld met haar mee. Ze was levendig en avontuurlijk en wilde de wereld ervaren in haar allerpuurste vorm. Ze hield van rennen door de weilanden vol bloemen, klimmen in bomen en kijken naar de zon en de wolken. Ze hield van het gevoel van het nog vochtige gras aan haar voeten, de geur van een warme zomerdag en de wind in haar haren. Ze luisterde en neuriede mee met de vogels en het ritselen van de blaadjes.
Ze at wat het bos haar te bieden had en sliep in de holling van een oude boom. Het meisje was vrij en vrolijk, maar soms trok ze zich terug als een gewond vogeltje in haar holletje. Het meisje werd geplaagd door vreselijke buikpijnen en ze huilde dan stilletjes.
Op een dag kwam er een oude, blinde vrouw voorbij en hoorde het meisje huilen. Ze kreeg medelijden en nam haar mee naar haar huisje in het bos. Ze gaf haar kruidenthee tegen de pijn, maar niets hielp, wat ze ook probeerden. Hele dagen waren ze bezig om kruiden te mengen en thee te trekken.
De oude vrouw en het meisje waren zo druk dat het meisje niet meer naar buiten ging om rond te rennen in de wei. Ze zagen niet eens dat de zomer veranderde in de herfst en de herfst in de winter. Op een dag keek het meisje naar buiten en zag dat de hele wereld wit was. Ze liep naar buiten en voelde de sneeuw aan haar blote voeten en rook de frisheid van de lucht. Ze danste met de sneeuwvlokken en ging met rode wangen weer naar binnen. Ze vertelde de oude vrouw zo enthousiast over de witte wereld dat de oude vrouw er ook van begon te stralen.
Het meisje was weer hele dagen buiten en genoot opnieuw van de wereld om haar heen. Ze had nog steeds pijn, maar ze merkte dat de pijn veranderde. De pijn voelde steeds vertrouwder en niet meer als het kleine onbekende monster dat haar kwam plagen. Als ze stil was kon ze zelfs voelen hoe de pijn er op dat moment uitzag. Soms was het klein, wollig en donker, soms wat groter met felle kleuren.
Vaak ging ze samen met de oude vrouw wandelen door het bos. Ze vertelde over wat ze zag en de blinde vrouw zag de wereld door de ogen van het jonge meisje. De oude vrouw leerde op haar beurt het meisje te luisteren naar de stilte.
Het werd voorjaar en overal in het bos staken de bloemen nieuwsgierig hun kopjes boven de aarde. Het meisje zag plotseling een prachtige bloem die haar leek te roepen. De bloem had de kleur zoals ze ook bij haar pijn had gezien. Ze plukte de bloem en maakte er samen met de oude vrouw thee van. De pijn in haar buik werd eerst warm en viel toen in een diepe slaap. Soms werd de pijn nog even wakker, maar als het meisje de pijn in stilte wiegde zoals een moeder haar kind, viel de pijn weer in slaap.
De oude vrouw en het meisje leefden nog lang samen in het huisje. Toen de oude vrouw stierf op de 1e dag van het voorjaar, begroef het meisje haar bij de oude boom waar ze ook de bloem had gevonden. Jaren later werd het meisje zelf moeder van een klein blond kindje. Ze had net zo’n sprankelende lach als haar moeder. Samen leerden ze de wereld om hen heen elke dag opnieuw kennen en steeds ontdekten ze iets wat ze nog niet eerder hadden gezien of gehoord. Het was een vrolijk en nieuwsgierig kind. Soms huilde ze en dan wiegde haar moeder haar totdat ze in slaap viel.
En de bloem? Die groeide elk jaar, in het begin van de lente, onder de oude boom.
Ik ben een kikker.
Ik zit stil.
Op mijn bil.
Ben jij die drukke?
Vandaag niet, hoor!
Vandaag ben ik anders,
Vandaag ben ik ik.
Ben jij die stille?
Die nooit iets zegt?
….
Ikke?
Ik heet Imme.
Ben jij een prinses?
Nee, I’m Me.
Mijn thee is warm.
Lekker warm in mijn handen.
Er komt damp vanaf.
En het ruikt lekker.
Mijn hoofd wil zoveel,
maar mijn lijf wil dat ik speel!
Heb jij ook een leuk gedichtje, verhaal of tekening?
Stuur het op naar info@kindfulmind.nl
en wie weet komt het dan hier te staan!
Groetjes, Anoek